Skip to main content

Hoofdstuk 10: Hulpmiddelen, visuals en templates

Hoofdstuk 10: Hulpmiddelen, visuals en templates

Om Werkstroom succesvol toe te passen, zijn er verschillende hulpmiddelen en ondersteunende materialen beschikbaar die teams helpen hun werk te structureren, te visualiseren en te verbeteren. In dit hoofdstuk bespreken we welke hulpmiddelen nuttig zijn, hoe visuals bijdragen aan het begrip, en welke templates je kunt gebruiken als startpunt.

Hulpmiddelen

Er zijn zowel fysieke als digitale hulpmiddelen om een Werkstroom-systeem op te zetten. Denk aan:

  • Fysieke borden: whiteboards met post-its, magneten of kaartjes zijn ideaal voor kleine teams die samen op locatie werken. Ze maken het werk tastbaar en zorgen voor een zichtbaar verzamelpunt.

  • Digitale tools: platforms zoals Trello, Jira, Azure DevOps of Miro bieden digitale werkborden die vooral handig zijn voor hybride of volledig remote teams. Ze bieden extra functies zoals automatische rapportages, zoekmogelijkheden en integraties met andere systemen.

  • Metingstools: spreadsheets, BI-tools of ingebouwde functies in digitale kanban-tools helpen om doorlooptijden, WIP en flow te meten en analyseren.

Visuals en schema’s

Een goed Werkstroom-bord bevat meer dan alleen taken in kolommen. Visuele hulpmiddelen helpen om belangrijke informatie snel te delen:

  • Kolommen en swimlanes: laat zien welke fasen werk doorloopt en welke categorieën (bijvoorbeeld per team of type werk) er zijn.

  • Kleurcodering: markeer werkitems met kleuren voor klassen van service, prioriteit of risico.

  • Icons en signalen: gebruik symbolen om blokkades, afhankelijkheden of risico’s snel zichtbaar te maken.

  • Cumulative Flow Diagram (CFD): toont hoeveel werk zich in elk stadium bevindt en helpt bottlenecks te ontdekken.

  • Control charts: helpen trends in doorlooptijd of levertijd te analyseren.

Templates en voorbeeldmaterialen

Om sneller te starten, kun je gebruik maken van vooraf ontworpen templates. Denk aan:

  • Werkstroom-bord templates: basisindelingen met kolommen zoals ‘Te doen’, ‘Mee bezig’, ‘Afgerond’, plus ruimte voor blokkades en spoed.

  • Retrotemplate: een gestructureerde opzet voor teamreflecties, inclusief vragen als “Wat ging goed?”, “Wat kan beter?” en “Wat gaan we proberen?”

  • STATIK-template: een invulblad om de stappen van STATIK systematisch uit te werken.

  • Policy board: een bord of sectie waar expliciete afspraken en definities zichtbaar zijn.

Praktische tips

  • Start klein: pas visuals en templates aan de behoefte van het team aan. Een overvol bord of te complexe visuals kunnen averechts werken.

  • Itereer en verbeter: pas visuals en hulpmiddelen aan op basis van feedback en nieuwe inzichten.

  • Maak afspraken: leg vast wie verantwoordelijk is voor het bijhouden van het bord en de visuals, zodat ze actueel blijven.

  • Gebruik visuals voor storytelling: laat data en diagrammen niet op zichzelf staan, maar gebruik ze als gespreksstarter.

Conclusie

De juiste hulpmiddelen, visuals en templates helpen teams niet alleen om Werkstroom praktisch vorm te geven, maar ook om te leren, te verbeteren en successen te delen. In het volgende hoofdstuk blikken we terug en geven we een samenvatting en slotwoord om het handboek af te ronden.